maandag 31 december 2012

Preventie is meer dan het voorkomen van schuld

Wie is wat waard?
Is elk mensenleven evenveel waard?  Ik zou zeggen van wel. Het leven van een grensrechter lijkt mij evenveel waard als dat van een thuisklusser, van een automobilist en van een bouwvakker. Maar waarom is dan de maatschappelijke ophef zo verschillend als deze levens onnatuurlijk beëindigd worden? De grensrechter door buitenzinnig geweld, de thuisklusser door een val van de ladder, de automobilist door een uitwijkmanoeuvre met fatale gevolgen en de bouwvakker onder een ineengestorte steiger. Bij alle vier had de dood voorkomen kunnen worden, ook dat verklaart niet het verschil. En de gevolgen voor de nabestaanden zijn eender – een nauwelijks te dragen verlies.
 
Verloren levens
De dood van de grensrechter representeert een maatschappelijk probleem dat echt niet getolereerd kan worden, zult u misschien zeggen. Dat bestrijd ik niet en ook ik was zeer verontwaardigd over het dramatische voorval. Maar als we naar de aantallen mensenlevens kijken, dan kunnen we ons beter druk maken om andere zaken. Ter illustratie even wat cijfers over dodelijke slachtoffers in 2011: tegenover de 143 (bekende) dodelijke slachtoffers van geweld staan er 59 op de werkvloer, 661 in het verkeer en 2.816 in de privésfeer http://www.veiligheid.nl/nieuws/nieuwe-cijfers-over-letsels-en-ongevallen. Waarom maken we ons zoveel minder druk om die duizenden slachtoffers die jaarlijks in en om huis een dodelijk ongeval krijgen?
 
Moreel dilemma
Een klassiek moreel dilemma dat hier inzicht in geeft is het volgende.  Stel, op een treinspoor liggen vijf mensen vastgebonden, met fatale gevolgen als de trein daar overheen raast. De trein komt aanstormen en het enige dat u kunt doen is de wissel omzetten. Helaas ligt op het alternatieve spoor één persoon in dezelfde benarde situatie. De vraag is: zet u deze wissel om, zodat slechts één in plaats van vijf doden te betreuren zijn? Geen lastige keuze, bijna iedereen aan wie dit gevraagd wordt kiest voor het omzetten van de wissel. Maar nu het volgende. Wederom liggen vijf personen geketend aan het spoor. U staat op een brug met een dikke man. Het enige dat u kunt doen is de man van de brug voor de trein duwen, zodat de trein op tijd zal stoppen en vijf levens gespaard worden ten koste van de dikke man. Duwt u?
 
Gij zult niet doden
Rationeel is dit dezelfde situatie, maar nu voelt het toch anders. Terwijl het eerste dilemma voelde als pech, waarbij u terecht de voorkeur gaf aan pech voor één persoon in plaats van pech voor vijf, voelt het niet goed om iemand actief te doden, zelfs niet als daarmee vijf anderen gespaard kunnen worden. De meeste mensen gaat het te ver om op deze manier actief in te grijpen, vijf slachtoffers te sparen door de dikke man te doden. Dit wordt keer op keer bevestigd als dit dilemma wordt voorgelegd aan mensen, zelfs in verschillende landen en culturen.
 
Wie is de schuldige?
Onze morele verontwaardiging hangt sterk samen met de veroorzakers. Bij geweld is er opzet van iemand anders in het spel, dat is het meest laakbaar van alle doodsoorzaken. Een trapje lager staan ongevallen waar anderen (mede) schuld aan hebben. Denk bijvoorbeeld aan een arbeidsongeval bij een bedrijf dat de veiligheid niet goed op orde heeft, of aan een verkeersongeval waarbij een andere weggebruiker of een gevaarlijke wegsituatie een rol heeft gespeeld. Als er sprake is van eigen schuld is de publieke verontwaardiging en de drang om zo’n incident in de toekomst te voorkomen marginaal - hooguit is er een maatschappelijke roep om de gevolgkosten door het individu dan zelf te laten betalen. En als er sprake is van ‘pech’, dan blijft de maatschappelijke betrokkenheid slechts beperkt tot medeleven.
 
Levenslange gevolgen
Ik voel wel mee met deze reeks van afnemende verontwaardiging (opzet > verwijtbaarheid > eigen schuld > pech), die in ons rechtsysteem voor de vervolging van daders terecht leidend is. Maar ik vind het een te kortzichtig principe om onze preventie-inspanningen hiermee te prioriteren. De gevolgen van een onnatuurlijke dood of ernstig letsel laten zich levenslang voelen voor de nabestaanden c.q. de overlevenden, ongeacht de oorzaak. Dat is veel langer dan de duur van de emotionele verontwaardiging over de toedracht van het incident. Ja, we moeten geweld op sportvelden zien te voorkomen. Maar we moeten ons nog veel meer richten op het voorkomen van ernstige ongevallen in de privésfeer, zo lang die nog zoveel meer slachtoffers eisen. Bij mij is de ratio inderdaad sterker dan de emotie. Ik zou die dikke man echt van de brug duwen.

---
Ook verschenen op Opiniestukken.nl (2 januari 2013) http://www.opiniestukken.nl/opiniestukken/artikel/359/Preventie-is-meer-dan-het-voorkomen-van-schuld en gepubliceerd in Wegener regionale dagbladen zoals Brabants Dagblad ('Ophef over doden erg selectief', 10 januari 2013)

maandag 19 november 2012

Patiëntveiligheid: technologie als panacee

Prijs
In de afgelopen week van de patiëntveiligheid won het Catharina Ziekenhuis de Nationale Patiëntveiligheid Award 2012 voor hun succesvolle aanpak van medicatieveiligheid. Kern van de aanpak zijn medicatieveiligheidsrondes. Met de aanpassingen in communicatie, gedrag en cultuur daalde het aantal medicatie-incidenten op de afdeling Algemene Chirurgie van het ziekenhuis met 32 procent. Prachtig resultaat, zeker een prijs waard, vind ik.

Hippocrates huilt
Columnist Frank van Wijck is een andere mening toegedaan, betoogt hij in zijn column ‘Hippocrates huilt’. Hij vindt het onbestaanbaar dat je een prijs kunt winnen voor communicatie en het gebruik van je hersens, omdat dit gewoon zou moeten zijn. Hij had een prijs wel op z’n plaats gevonden als de veiligheidstoename bereikt was met een technische innovatie (softwaresysteem, systeem, apparaat).

Technologische innovaties in de zorg
Deze reactie ademt het technologiedenken waar de cure van overloopt: elk probleem is op te lossen met technologie. Sterker nog: met elke technologische innovatie is een probleem in de zorg op te lossen. Als ingenieur in wording liep ik ooit stage in een ziekenhuis waar met lasers geëxperimenteerd werd. Daar werden patiënten bij een laser gezocht. Ik deed daar gedreven aan mee, in mijn nobele streven de ziekenhuiszorg een beetje vooruit te helpen. Maar of de patiënten hier nu het meeste bij gebaat waren? Achteraf denk ik van niet.
 
Grenzen aan techniek
Ik hou van techniek. Technologische innovatie zorgt voor vooruitgang en voor oplossingen, ook als het gaat om veiligheid. Denk aan airbags in de auto, of aan de automatische piloot die aanmerkelijk veiliger is dan één van vlees en bloed (ongeacht het aantal vlieguren). Maar daar waar het aankomt op menselijk handelen, kan veiligheid niet worden overgelaten aan techniek. Dan moeten we zelf aan de bak, met overtuiging en gezond verstand. Dáár moeten we in investeren. Net zo lang tot het echt een gewoonte is en deel uitmaakt van de cultuur.

Sociale innovatie blijft de crux
Ik vind het getuigen van inzicht dat de laatste Nationale Patiëntveiligheid Award is toegekend aan een sociale innovatie (communicatie, gedrag, cultuur) in plaats van aan een technologische. Het is te hopen dat dit inzicht na afloop van het VMS Veiligheidsprogramma eind dit jaar in de zorg behouden blijft, zodat patiëntveiligheid in de praktijk echt verder verbeterd wordt.

---
Ook verschenen op http://www.opiniestukken.nl/opiniestukken/artikel/333/Laat-veiligheid-niet-over-aan-de-techniek (21 november 2012)

dinsdag 16 oktober 2012

Veilig uit de crisis


Van verlies naar veiligheid
Hoe krijg je een slecht draaiend, beursgenoteerd productiebedrijf weer in de lift? Eind jaren tachtig van de vorige eeuw begon een nieuwe directeur bij Alcoa, het Amerikaanse bedrijf dat een van de wereldleiders is op gebied van aluminiumproductie, aan deze opgave. O’Neill, de nieuwe directeur, koos ervoor om zich te richten op één speerpunt. En dat speerpunt was niet efficiëntie of kwaliteit, maar veiligheid. Hij hamerde er voortdurend op het terugbrengen van het aantal ongevallen tot nul. Op alle andere fronten was hij bereid om te onderhandelen of concessies te doen, maar niet op gebied van veiligheid.
 
Van veiligheid naar winst
Hij koos hiermee voor een doelstelling die goed meetbaar en inzichtelijk te maken was, die zowel de medewerkers (persoonlijke bescherming) als de leidinggevenden (meer inzet door minder verzuim) aansprak en waar niemand tegen kon zijn – al waren de aandeelhouders er in het begin zeer sceptisch over. Het resultaat was dat binnen een decennium niet alleen de arbeidsveiligheid bij Alcoa sterk was verbeterd, maar ook de omzet en de winst. O’Neill was een gevierd topman.
 
Maak er een gewoonte van
Dit inspirerend voorbeeld staat mooi beschreven in het eerder dit jaar uitgekomen boek The Power of Habit van Charles Duhigg (in het Nederlands vertaald als Macht der gewoonte). Duhigg laat zien hoe het bij Alcoa lukt om van veiligheid een gewoonte te maken. Veel van ons gedrag berust op routine, denk bijvoorbeeld aan het autorijden op de automatische piloot. Dat gewoontegedrag is erg efficiënt, maar niet altijd even effectief en wel hardnekkig als het eenmaal is ingebakken. In zijn boek laat Duhigg zien hoe het tot stand komt, maar ook waar de sleutel ligt om het te veranderen. Bij Alcoa lukte het O’Neill om in het bedrijf gewoontegedrag te ontwikkelen omtrent het signaleren en oplossen van risicovolle situaties.
 
Gewoonten maken de cultuur
Mooi dat je zo de arbeidsveiligheid kunt vergroten, maar waarom stijgen omzet en winst mee? Het terugdringen van arbeidsverzuimkosten door ongevallen alleen is daarvoor onvoldoende. Het zit ‘m erin dat, om het écht veiliger te maken, iedereen dwars door alle hiërarchische lagen met elkaar in gesprek moet. Veiligheid realiseer je met elkaar, door fouten openlijk te bespreken, slechte gewoontes ter discussie te stellen, door elkaar aan te spreken en verbeteringen samen door te voeren. En als dat de bedrijfscultuur wordt, dan krijg je kwaliteit en efficiëntie er gratis bij - tel uit je winst.
 
Slim ondernemen
In Nederland bedragen de verzuimkosten door arbeidsongevallen ongeveer 0,6 miljard per jaar. Een behoorlijk bedrag, maar om uit de financiële crisis te komen is meer nodig. Het Alcoa-voorbeeld laat zien dat als we écht werk maken van veiligheid een veelvoud hiervan gewonnen kan worden. Laat het niet bij instructies, inspecties en incidentmanagement, maar maak van veilig gedrag een gewoonte – dat is slim ondernemen in crisistijd.

dinsdag 2 oktober 2012

Fietshelmplicht? Dat nooit!

Eind september rekende SWOV in hun nieuwsbrief voor dat jaarlijks 225 ernstige hoofdletsels bij jongeren (t/m 14 jaar) te vermijden zijn als ze een fietshelm zouden dragen. Dit is waarschijnlijk een onderschatting, omdat de SWOV alleen naar acuut-ernstige letsels heeft gekeken. Ook hoofdletsels die in eerste instantie minder ernstig lijken hebben vaak langdurige, nare gevolgen. Deze nuance daargelaten is het getal van 225 een nieuw argument in het fietshelmdebat.
Op 30 augustus maakte Nu.nl de tussenbalans op (zie link): Verkeersveiligheidsorganisaties twisten over de vraag of de fietshelm verplicht moet worden gesteld. De Fietsersbond is mordicus tegen het verplicht dragen van een fietshelm, terwijl ANWB en VeiligheidNL (voorheen Stichting Consument en Veiligheid) het vrijwillig dragen van hoofdbescherming juist willen propageren… Later in het stuk staat de juiste toevoeging dat VeiligheidNL fietshelmgebruik bij kinderen wil stimuleren. Het wonderlijke is dat er wel een partij tegen de verplichting is (Fietsersbond), maar geen partij vóór, lees het citaat van Nu.nl er nog maar eens goed op na. Bij een debat horen voor- en tegenstanders, over de fietshelmplicht is er dus helemaal geen debat.
Ondertussen puilen de discussies op internet nog steeds uit van verontwaardigde volwassenen die tot de laatste snik zullen strijden tegen invoering van de fietshelmplicht in Nederland. Mocht het zover komen, dan sluit ik me erbij aan. Op mijn racefiets en bij het mountainbiken doe ik vrijwillig mijn helm op. En mijn dochter heeft er tijdens haar eerste fietsjaren ook een gedragen. Maar geen haar op mijn hoofd die eraan denkt om tijdens mijn gewone fietstochten een helm op te doen. Gelukkig mag dat ook. Die fietshelmplicht komt er niet, hoe graag de Fietsersbond die ook niet wil.
Toch is het mogelijk dat ik over een aantal jaar in de stad rondfiets met hoofdbescherming. Niet vanwege een verplichting, maar door een nieuwe vinding van twee Zweedse ondernemers. Bekijk het hele filmpje op en laat je aan het eind verrassen. Prachtige productinnovatie voor preventie!

---